Nog meer aangetroffen VOC-graven op de Oostkust
Jaggernaikpuram/Kakinada
De begraafplaats bestaat nog steeds, hoewel in zeer verwaarloosde staat. Op deze begraafplaats bevindt zich onder meer de graftombe van Nancy von Sohsten (1866) en de vijf kinderen Deneys.
Nagulawancha (Nagelwanze)
Van het excentrieke opperhoofd Nicolaas Faber en zijn secunde Abraham van der Voort zijn intussen de graven gevonden. Op het graf van Faber, met in het midden een krans, is een gedicht van Daniel Havart uitgehakt. Het gedicht is ondertekend met ‘D.H.’ De grafzerk van Van der Voort is doormidden gebroken door een grote steen die uit de muur ernaast was gevallen. Zie voor Nicolaas Faber In steen geschreven, pag. 35, 58, 81, 172, 26 en 247; en Van der Voort, pag. 173 en 247.
Pulicat (Palleacatta)
Van de ernstig verwaarloosde ‘Portugese begraafplaats’ zijn de meeste grafstenen weggesleept voor andere doeleinden. Na een oproep is ook de grafsteen geretourneerd van de in 1639 gestorven Delftse kunstschilder Dirck Jansz. In India is dit de enige nog bewaarde zerk van een kunstschilder.
Tijdens de restauratiewerkzaamheden aan de begraafplaats in 2004 werd bovendien nog een grafsteen onder het maaiveld aangetroffen. Het is het grafje van de zeven maanden oude Judeth Carter uit 1645, van wie de vader Abraham (1660) op de andere begraafplaats – het ‘Binnenkerkhof’ – ligt. Beide graven hebben eenzelfde wapen.
Sadrangapattinam (Sadras)
In het kerkhofje in het gerestaureerde VOC-fort in Sadras zijn vijf grafzerken van een laag aarde ontdaan. Te voorschijn kwamen de zerken van:
- Anna Macharius (1633). Haar steen is nu voor zover bekend de oudst bewaarde in India
- Pieter Valencijn (1660). Op de plaats van het wapen, in cirkelvorm, een fraai gebeeldhouwd schip met bolle zeilen.
- Pieter Adriaansse van Somerdyck (1673)
- Pieter Colanarini (?, 1701)
- Joannes de Gast (1703)
Het kerkhofje buiten het fort, naast het kerkje gelegen, is geruimd. De enkele grafstenen die er nog lagen schijnen naar het fort te zijn overgebracht en daar opgeslagen.
Pallakollu (Palikol)
De grafstenen van de verdwenen begraafplaats Palikol zijn in de jaren zeventig in opdracht van de Archeological Survey of India naar het Victoria Jubilee Museum in Vijayawada overgebracht. Daar staan ze nu rechtop in de grond. Dit maakt dat de onderzijde niet zichtbaar is.
Het betreffen (onder andere?) de graven van:
- Sara van Nooy en haar zoontje (1652)
- Symon van Groenewegen (1665). Wapen (gevierendeeld), zonder randversiering, diepliggende letters
- Catharina van Seroyen (1675) en moeder Sara Sonhius (1675). Wapen in cirkelvorm, geschulpte randversiering
- David van de Graaf (1677). Geen wapen, geschulpte randversiering, diepliggende letters
- Lambert Wildelandt (1681); Lambert en Gerrit Wildelandt (1687). Wapen met daarop wildeman met knots. Gebloemde randversiering, opliggende letters. Tweeregelig grafdicht
- Nicolaus Ruyser (1682) en Hendrik Duiker (1682), begraven onder één steen. Twee wapens, gebloemde randversiering, opliggende letters
- Anna en Maria Thivart (1688), tweelingbaby. Zonder wapen, geschulpte randversiering, diepliggende letters
- Lucia Popta met moeder, broer en zoon (1702). Wapens van Caulier en Popta. Geschulpte randversiering, opliggende letters en een twaalfregelig grafdicht in de vorm van vraag en antwoord
Zie over de desbetreffende begraafplaats en de personalia van de begravenen In steen geschreven, pag. 195-198 e.v.
Met dank aan Tom Inglis (Schotland, president van BACSA) en Capt. J. Reddy (Kakinada) voor de informatie over Vijayawada, ir. Hans Schiebroek over Pulicat, Cees Berkhout en Walter Hellebrand over Sadras.