Huidige toestand van het Indiaas VOC-erfgoed (in bewerking)
Stelling van het proefschrift (2008) van Marion Peters:
‘Hoewel door de overheid substantiële bedragen zijn toegekend om het overzeese erfgoed te beschermen, lijken deze – althans voor het “speerpuntland” India – eerder bestemd voor plezierreisjes van kamerleden en handige architecten dan voor het zoeken naar middelen om daadwerkelijk het monumentale erfgoed te behouden.’
Het is teleurstellend om te zien hoe weinig oog de Nederlandse overheid nog steeds voor het VOC-erfgoed in India heeft. Vooral de grote en cultuurhistorisch interessante begraafplaats in Negapatnam schreeuwt om restauratie.
De achttiende-eeuwse begraafplaats in Cochin is intussen door de Archeological Survey of India gerestaureerd.
Particulier initiatief betekende de gedeeltelijke redding van nog twee begraafplaatsen.
Pulicat
In Pulicat was het de Stichting Thomas Bouwprojecten, een vrijwilligersorganisatie die scholen voor kansarme kinderen (vooral meisjes) bouwt, die zorgde voor de conservering van de graven en de ommuring van het oude Portugese – of Buiten-kerkhof. (Zie hierover het artikel van ir. Hans Schiebroek en Marion Peters in KNOB (2005)).
Dankzij hun inspanningen en de oproep van de plaatselijke christelijke zielverzorger aan de bewoners zijn toen ook verscheidene oude grafzerken teruggebracht.
INTACH (The Indian National Trust for Art and Cultural Heritage) stelde omstreeks 1999 een ‘Heritage Conservation Plan for Pulicat’ op, gesponsored door de krant The Hindu. Auteurs: P.T. Krishnan, M.C. Ramesh Kumar, Abdul Azeez en M.R. Rajkumar.
Ahmedabad
De begraafplaats in Ahmedabad (Gujarat) zal nu eveneens worden gerestaureerd.
verslaggever Noël van Bemmel van De Volkskrant berichtte op 22 februari 2011 hierover: “Nederlandse gemeenschap redt 17de-eeuws monument. VOC-kerkhof in India opgeknapt.”
In de Indiase stad Ahmedabad wordt een zeventiende-eeuwse begraafplaats van de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) gerenoveerd door de plaatselijke Nederlandse gemeenschap.
De 47 grafzerken en tombes op een heuveltje in een stadspark verkeren in slechte staat. De meeste VOC-monumenten in India zijn al verdwenen door verval of diefstal.
‘We zijn dat heuveltje nu aan het bedekken met geotextiel om de erosie te stoppen’, zegt projectmanager Paco de Mulder van het Amsterdamse architectenbureau 3D-Blueprint. Dat bureau heeft ook een vestiging in Ahmedabad waar een belangrijke Indiase architectuurschool staat. Er komt een hek met oud-Hollandse motieven, een nieuwe trappartij, solarverlichting en wegwijzers. ‘De scheuren in de grafmonumenten vullen we op en we verwijderen de graffiti en ingekerfde teksten.’ Daarna krijgen alle graven een beschermende coating.
De VOC-graven liggen in een populair park rond een kunstmatig meer. De meeste picknickers zijn hindoe en vermoeden dat zij ’s avonds flaneren langs oude moslimgraven. Hier liggen echter VOC werknemers die van 1618 tot 1784 handelden in katoen, specerijen en indigo. ‘Oud Laren…21 October 1669’, staat volgens De Mulder op één van de monumenten. En ook: ‘Hier leyt…’. Familienamen zijn echter niet leesbaar.
Op het heuveltje staan stenen grafzerken als scheefgezakte rustbedden, piramidevormige grafmonumenten en een paar grote tombes met zuilen en koepelvormige daken. Deels in Islamitische Mogoelstijl, deels in Europese stijl. Van de factorij in Ahmedabad, het Nederlandse hoofdkantoor, is niets meer over. Alleen die buurt heet nog Volanda Haveli, het Nederlandse herenhuis.
Nergens ter wereld lieten Nederlanders zulke mooie grafmonumenten na als in India. Dat komt door het gebruik van hard arduinsteen en door de concurrentie met Britten. De handelaren wilden niet voor elkaar onder doen. Volgens Marion Peters, die een boek schreef over het onderwerp, werden VOC-beambten binnen 24 uur begraven. De helft van de vrouwen stierf voor hun dertigste in het kraambed.
De fortjes, kerken en gebouwen van de VOC zijn grotendeels verdwenen, ontdekte Peters. De honderden grafmonumenten, verdeeld over vijftien begraafplaatsen, zijn in slechte staat, stelt zij. ‘De Nederlandse regering doet he-le-maal niks.’ Soms ontfermt een lokale kerk zich over de oude begraafplaats, maar meestal zijn afscheidingsmuren en kleinere zerken afgebroken door omwonenden. ‘Om huizen van te bouwen of als wassteen te gebruiken.’ Hoger geplaatste VOC-ers bestelden grote stenen die moeilijker te verslepen zijn.
In Ahmedabad wordt tienduizenden euro’s gestoken in de renovatie. De Nederlandse ambassade betaalt circa tienduizend euro. De rest wordt gedoneerd door bedrijven die lid zijn van de plaatselijke Indo-Dutch Business Circle. Peters is blij verrast door het initiatief. ‘Het is een opmerkelijke beleidswijziging. Toen ik ooit de ambassade voorstelde de monumentale deuren te kopen van een VOC-kantoor dat plaats moest maken voor een supermarkt, werd geen actie ondernomen.’ Peters hoopt dat Nederland zich toch bekommert om de laatste VOC-monumenten.”
[Bijschrift van foto van een gehavend graf: ‘De begraafplaats van de Verenigde Oost-Indische Compagnie in de Indiase stad Ahmedabad is gelegen in een drukbezocht park.’]